RWZI staat voor ''Riool Water Zuiverings-Installatie''. RWZI's zijn belangrijk voor het zorgen van schoon oppervlaktewater. Deze installaties ontvangen het rioolwater van de gemeentes via de riolering. Dat heet het stedelijk afvalwater. Grote bedrijven kunnen rechtstreeks op een rwzi aangesloten zijn. Het vervuilde water gaat via rioolgemalen en persleidingen naar de rwzi. Bij de rwzi wordt het rioolwater zo schoon dat het weer de natuur in kan. Het gezuiverde water gaat dan naar kanalen, beken en plassen.
Het zuiveren gebeurt in verschillende stappen. Eerst stroomt het water door een rooster, hier worden de grove delen zoals bladeren, plastic of billendoekjes eruit gefilterd. Daarna maakt het water reis door de installatie. Slib zakt naar de bodem, en bacteriën worden aan het water toegevoegd zodat zij dit schoon 'eten'. Hierna worden de volgegeten bacteriën weer gescheiden van het water en kan het geloosd worden op het oppervlakte water.
Het werken op zo een installatie, neemt uiteraard bepaalde risico's met zich mee. In deze toolboxmeeting worden de risico's en maatregelen beschreven, die genomen moeten worden om deze te kunnen beheersen. Verder gaan we in op het vaccinatieprotocol van Unica.
De belangrijkste specifieke risico's wanneer er wordt gewerkt op een rwzi zijn:
Werken in of nabij besloten ruimten op een RWZI kan gevaar opleveren. Dit kan onder ander verstikking ten gevolge van te weinig zuurstof (O2).
In besloten ruimten en gevarenzones (gashouders, gistingstanks, gasmotoren) bestaat er een gevaar voor brand en/of explosie ten gevolge van aanwezigheid van Methaan (CH4). Methaan is namelijk een uiterst brandbaar gas. Het gas is lichter dan lucht. Zit er minder dan 4,4% Methaan in de lucht, dan is dit mengsel niet explosief en niet brandbaar. Zit er tussen de 4,4 en 16% Methaan in de lucht, dan is dit mengsel explosief. Boven de 16% Methaan in lucht, is het mengsel niet explosief, maar wel brandbaar bij uitstroming in lucht. Het gebied tussen de 4,4 en 16% noemen we het explosiegebied van Methaan. Algemeen geldt dat er geen enkele concentratie gas of damp van een brandbare of explosieve stof aanwezig mag zijn in de lucht. Is dit niet te vermijden dan dient, via continue meting, het percentage gevaarlijke stof in de lucht te worden bepaald. Deze mag de waarde van 10% van de onderste explosiegrens dan niet overschrijden. Voor Methaan is dit dus dan 0,44% in lucht.
Bij het werken op een RWZI is de kans op besmetting met ziekteverwekkende micro-organismen (ofwel biologische agentia) veel groter dan in vele andere werksituaties. Dit komt doordat u in contact kunt raken met materiaal dat vele soorten aan ziektekiemen kan bevatten. Ziekteverwekkers bevinden zich vooral in afvalwater, fijne nevel van afvalwater nabij beluchters, (stof van gedroogd) slib, grof vuil en/of zand uit de zandvanger.
Bacteriën kunnen zich via de mond, huid en inademing binnendringen. Een besmetting leidt gelukkig veelal niet tot ziek worden. De kans om ziek te worden wordt enerzijds bepaald door de dosis en sterkte van de ziektekiemen waarmee u besmet wordt en enigszins door de afweerkracht van het lichaam. De afweerkracht wordt bepaald door de gezondheidstoestand, conditie, voedingstoestand en/of mate van vermoeidheid.
Aanwezigheid van slibresten doet de kans op uitglijden toenemen. De meest voor de hand liggende maatregel ter voorkoming van dit gevaar zou het opruimen van het slib zijn. Hieraan zitten echter enkele bezwaren. Het slib mag namelijk (met name bij inpandige situaties) niet zonder meer met een (hoge druk) waterspuit worden verwijderd. In dit slib zitten namelijk ‘’Endotoxinen’’. Endotoxinen zijn een soort bacteriën die in elke organische stof aanwezig is. Na inhalatie kunnen ontstekingsreacties optreden met als gevolg één of meer van de volgende reacties: griepachtige verschijnselen, kortademig en/of chronische bronchitis. Daarom dient slib eventueel met gebruikmaking van de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen te worden verwijderd. Is dit niet mogelijk, zorg er dan voor dat het gebied met slib wordt vermeden (door er bijvoorbeeld om heen te lopen).
De belangrijkste maatregelen wanneer er wordt gewerkt op een RWZI worden hieronder beschreven.
Vaccinatie
Unica biedt alle rioolwerkers vaccinaties aan tegen de meest voorkomende virussen/bacteriën in het rioolwerk.
(zie het vaccinatieprotocol van Unica)
Hepatitis A en B (combinatie)
De vaccinatie tegen hepatitis A en B bestaat uit twee injecties in de spier van de bovenarm met minimaal 6 en maximaal 12 maanden tussentijd. De beschermingsduur is minimaal 25 jaar. Bijwerking is kortdurend wat lichte spierpijn op de injectieplaats bij een aantal gevaccineerde personen.
Tetanus en Polio
De vaccinatie tegen tetanus bestaat voor mensen die in hun jeugd een volledig rijksvaccinatieprogramma hebben gehad (D(K)TP) uit één injectie in de bovenarm. Maar bij rioolwerkers wordt elke 10 jaar de DTP vaccinatie aangeraden. Indien je nooit tegen tetanus bent gevaccineerd, bestaat een volledig vaccinatieprogramma uit drie injecties.
VACCINATIE Ja of Nee?
Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Op het project is een Veiligheids-, Gezondheids en Milieuplan (VGM-plan) aanwezig. Dit is een wettelijke verplichting. Hierin staat aangegeven:
Zorg daarom dat je op de hoogte bent van de inhoud van dit plan en handel hier naar.
Belangrijk: Wanneer een persoon op de grond bewusteloos op de grond ligt in een besloten ruimte, benader deze dan niet! De kans bestaat dat je zelf ook buiten bewustzijn raakt. Waarschuw daarom de toezichthouder RWZI en BEL 112.
Het vaccinatie protocol van Unica:
Quality Health Safety Environment - VGM - Kennisportals (sharepoint.com)
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en hun website
RIVM
Voor meer informatie kijk ook eens op:
Violandis
Arbokennisnet
GGD Beroepsvaccinaties
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.